boodschappenwagen

• Geluid:  boodschappenwagen    (hulp, bestand)

• bood·schap·pen·wa·gen

• samenstelling van  boodschap zn  en  wagen zn  met het invoegsel -en- ^[1]

de boodschappenwagen m

1. eenvoudige kleine auto die men gebruikt voor het doen van boodschappen

   ▸ Ook het beeld van een poenige bmw met ondoorzichtig rookglas liet zich in mijn verbeelding maar moeilijk vervangen door dat van zo'n veredeld boodschappenwagentje als een Suzuki Swift.^[2]

   ▸ Er gaan geruchten dat Mercedes het bezoek aangrijpt om een nieuwe milieuvriendelijke electrische wagen aan de paus aan te bieden. Maar de autofabrikant zelf zegt dat er geen nieuwe pausmobiel is gebouwd en dat de huidige juist net een grote beurt heeft gehad. Tegelijkertijd heeft een ontwikkelaar van Mercedes in een Duits tijdschrift wel gezegd het idee van een electrische pausmobiel 'fascinerend' te vinden. Misschien leuk als tweede pauselijke boodschappenwagen?^[3]

2. wagentje waarin men de boodschappen kan doen in een zelfbedieningswinkel

   ▸ De man deed zich voor als afgevaardigde van een groep boze boeren die vonden dat ze te weinig voor hun melk betaald kregen. Hij werd vastgelegd op een beveiligingscamera in een Tesco-vestiging, terwijl hij een potje babyvoeding terugzette op de plank en andere potjes in zijn boodschappenwagen legde. Het potje dat hij had neergezet, bleek ook metaalsplinters te bevatten.^[4]

   ▸ Sarah gaat zes ochtenden per week naar de gaarkeuken van vader Lancellotti, een katholieke priester die zich al decennia inzet voor de daklozen van de stad. Vlak voor 07.00 uur komt hij aangelopen, met een boodschappenwagen vol broodjes en een hele stoet vrijwilligers achter zich aan. Gratis ontbijt voor de daklozen van zijn parochie.^[5]

• winkelwagen

• Het woord boodschappenwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• Zie Wikipedia voor meer informatie.