boomloos

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boomloos. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boomloos, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boomloos in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boomloos is hier. De definitie van het woord boomloos zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboomloos, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • boom·loos
  • afgeleid van boom met het achtervoegsel -loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen boomloos boomlozer boomloost
verbogen boomloze boomlozere boomlooste
partitief boomloos boomlozers -

boomloos

  1. zonder bomen
    • Na de kap van alle bomen ontstond een boomloze vlakte. 
     Het slagveld dat van schoonheid werd vervuld, het boomloze landschap dat baadde in de ochtendzon, wilde bloemen die de loopgraven vulden met hun warme geurflarden, de schoonheid van de natuur die alleen ervaren kon worden in aanwezigheid van de dood en met mannelijke deugden die alleen tot uitdrukking kwamen door het doden.[1]
83 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be