Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord borsthoning. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord borsthoning, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je borsthoning in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord borsthoning is hier. De definitie van het woord borsthoning zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanborsthoning, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
(verkorting) van druivenborsthoning, een gedeeltelijke leenvertaling van de Duitse merknaam "Rheinische Traubenbursthonig", in Nederland als "Rijnlandsche druiven borsthoning" vastgelegd door W.H. Zickenheimer; advertenties voor dit product zijn vanaf oktober 1872 in Nederlandse kranten te vinden, het merk is in 1881 gedeponeerd; [1][2] op te vatten als samenstelling van borstzn en honingzn , die uitdrukt dat dit op honing lijkende preparaat in de borst zou werken om hoesten te verminderen [3]
door gelijkenis in smaak met het middeltje tegen hoesten
soort zoete stroop als kwakzalverij tegen hoesten, oorspronkelijk bereid uit druivensap ingedikt met suiker en kruiden
Het bedrijf heeft nog steeds een pharmaceutische afdeling die pleister en borsthoning aflevert.[4]
Het begon met een heel onschuldige verkoudheid. Zuster Cornelia trachtte ze, geholpen door Zuster Euphemia, de zuster van de apotheek, te verdrijven met alle wettelijke middelen die tegen verkoudheid worden aangewend, zooals daar zijn: asperine, kinine, borsthoning, gloeiende vlierthee nog gloeiender kamillenthee, kokende grocs maar alles tevergeefs.[5]
Moeder vraagt: — Wil je nóg een tik, Minka? Ik héb er nog genoeg! Of wil je nu misschien een lepeltje druivenborsthoning? Minka besluit tot de proef met den borsthoning. Ze slikt het stroopje naar binnen en.... vraagt om asjeblieft nóg een beetje....[6]
34. Borsthoning, een mengsel van suikerhoudende vloeistof en zetmeelstroop, bedeeld met venkelolie, moet bij invoer gerangschikt worden onder de vloeistoffen, bedoeld bij art. 1, § l, lett. e der Suikerwet, zooals dit gelezen wordt volgens art. I der wet van 24 Juli 1903 (Staatsblad n°. 248, Verzameling n°. 72).[7]
zoet snoepgoed met druivensuiker, in de vorm van witte brokken
Hier verkocht HJ. Kouwenhoven vanaf 1867 behalve pigment en andere verfprodukten zo ongeveer alles wat los en vast zat. Maar vooral wat los zat: zeep van de Delftse fabriek 'Bousquet' (anno 1572 en nog altijd in bedrijf), Arabische gom, bijenwas, huidenlijm en brokken "borsthoning" (een restprodukt uit de suikerindustrie en destijds het allergoedkoopste snoepgoed).[8]
Wij zijn en zullen blijven het vertrouwde adres voor versche zoute pinda's, alle soorten drop, borsthoning, saccharine, chocolade-artikelen enz. enz.[9]
(…) verder zijn er heeren achter wagens waarboven het verlokkend opschrift "alteit wad!" prijkt en die uitsluitend, "voor de verloting aangekochte" artikelen bevatten, de rest der handelaars doet in "noga of borsthoning, onfeelbaar voor... enz", in "een cjent een bjok" (kokosnoot) en "een cjent een bom" (pekelzuur) en dergelijke gezonde lekkernijen.[10]