bosarbeider

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bosarbeider. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bosarbeider, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bosarbeider in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bosarbeider is hier. De definitie van het woord bosarbeider zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbosarbeider, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. Een bosarbeider aan het werk.
  • bos·ar·bei·der
enkelvoud meervoud
naamwoord bosarbeider bosarbeiders
verkleinwoord - -

de bosarbeiderm

  1. (beroep) iemand die ongeschoold werk doet bij de winning van hout te winnen en het onderhoud van bossen
     De Jong ziet bij zijn boerderij in Vught bosarbeiders hakhout opschonen.[2]
     De zoon van een bosarbeider, afkomstig uit een christelijk gezin, beschikte over een ijzeren gestel en een puike conditie.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 november 2021 Weblink bron
    Atte Jongstra
    “We zeilen naar de wind” (28 december 2012) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 november 2021 Weblink bron
    Ward op den Brouw
    “Magische prachtman” (6 oktober 2001) op nrc.nl op Wikipedia