bosbewoner

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bosbewoner. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bosbewoner, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bosbewoner in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bosbewoner is hier. De definitie van het woord bosbewoner zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbosbewoner, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bos·be·wo·ner
enkelvoud meervoud
naamwoord bosbewoner bosbewoners
verkleinwoord

de bosbewonerm

  1. persoon die in het bos woont
     Bosbewoner vast om 1000 inbraken: Agenten in de Amerikaanse staat Maine hebben een man opgepakt die zich 27 jaar lang schuilhield in een bos in het stadje Rome en in leven bleef door te stelen bij huizen en instellingen in de buurt.[3]
  2. dier dat in het bos woont
  1. bosbewoner op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Bosbewoner vast om 1000 inbraken” (Donderdag 11 april 2013, 19:32), NOS