bewoner

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bewoner. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bewoner, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bewoner in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bewoner is hier. De definitie van het woord bewoner zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbewoner, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·wo·ner
enkelvoud meervoud
naamwoord bewoner bewoners
verkleinwoord bewonertje bewonertjes

de bewonerm

  1. iemand die in of op iets woont
     Ik ben die snoeverij over Amsterdam-Zuid en de bewoners ervan zat.[1]
     Verderop raakte minstens één bewoner gewond van een woning die Zeeuwland verhuurt.[2]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia, ISBN 90-229-9182-2
  2. Bronlink geraadpleegd op 27 juni 2022 Weblink bron “Dode en zeven gewonden door windhoos boven Zierikzee” (27 juni 2022), NU.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be