bosweg

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bosweg. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bosweg, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bosweg in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bosweg is hier. De definitie van het woord bosweg zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbosweg, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bosweg met fietser (deze weg heet ook Bosweg)
  • bos·weg
enkelvoud meervoud
naamwoord bosweg boswegen
verkleinwoord boswegje
bosweggetje
boswegjes
bosweggetjes

de boswegm

  1. weg door een bos
    • Op een bosweg aan de rand van Domaine de Montard waren bandensporen gevonden. [1] 
    • Ze waren nog niet halverwege de heuvelige bosweg door Ubbergen of Jolanda en Max, ieder aan hun eigen kant van de achterbank, begonnen hun hoofden met geweld tegen de portierruit te slaan. [2] 
    • We wandelen op de Chemin des Russes, een bosweg te midden van het Grote Woud van Saint-Hubert, de groene long van België. Maar schijn bedriegt. Onze gids wijst naar de kruin van de monumentale beuken. De zomer is er nog niet eens echt, maar links en rechts zijn al volop bladeren aan het vergelen, als was de herfst al in aantocht. En wat verder staan enkele beuken met een kruin vol dood hout. Op de begane grond zijn opvallend weinig jonge bomen en planten te vinden. [3] 
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Berg, Michael
    Blind vertrouwen ISBN 978-90-443-4330-4 pagina 327
  2. Olde Heuvelt, Thomas
    HEX ISBN 978-90-245-7334-9 pagina 295
  3. de Standaard ZATERDAG 17 JUNI 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be