bouvier

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouvier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouvier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouvier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouvier is hier. De definitie van het woord bouvier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouvier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bouviers
  • bou·vier
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in 1936 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bouvier bouviers
verkleinwoord bouviertje bouviertjes

de bouvierm [3]

  1. ruw behaard hondenras dat gefokt is om het vee te drijven
    • - Patty Stenger, succesvol scenariste van tv-series en producent van prijswinnende opdrachtfilms, debuteerde in 2014 sterk met de psychologische thriller Zuidas. Haar tweede roman, Vintage , over de gescheiden zakenvrouw Cecile, haar tirannieke, dementerende vader en haar twee kinderen is nóg beter. Wat kan die Stenger schrijven! De veelbesproken kloof tussen hoog- en laagopgeleiden in onze samenleving loopt in dit verhaal door één familie. Diploma-loze dochter Juul, prefereert de Hengelose galerijflat van haar ordinaire getatoeëerde vriend met zijn stinkende bouvier boven het pretentieuze Amsterdam-Zuid, waar haar moeder en broer elkaar de (design)tent uit vechten.[4] 
94 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[5]