Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
bouwde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
bouwde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
bouwde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
bouwde is hier. De definitie van het woord
bouwde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
bouwde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bouwde
- enkelvoud verleden tijd van bouwen
- Ik bouwde.
- Jij bouwde.
- Hij, zij, het bouwde.
- ▸ Het werd met de minuut duidelijker dat zijn vrouw het podium bouwde waarop hij kon schitteren.[1]