bouwde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwde is hier. De definitie van het woord bouwde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bouw·de
vervoeging van
bouwen

bouwde

  1. enkelvoud verleden tijd van bouwen
    • Ik bouwde. 
    • Jij bouwde. 
    • Hij, zij, het bouwde. 
     Het werd met de minuut duidelijker dat zijn vrouw het podium bouwde waarop hij kon schitteren.[1]