bouwvolume

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwvolume. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwvolume, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwvolume in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwvolume is hier. De definitie van het woord bouwvolume zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwvolume, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bouw·vo·lu·me
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwvolume bouwvolumen
bouwvolumes
verkleinwoord

het bouwvolumeo

  1. (bouwkunde) (economie) totale omzet van de bouwsector
     Het bouwvolume van woningen en kantoren was in het eerste kwartaal van dit jaar 12,5 procent hoger dan een jaar eerder. De grond-, water- en wegenbouw steeg met 10,5 procent. Bijna vier op de tien bedrijven verwachten in de komende maanden een verdere stijging van hun omzet en slechts een op de tien verwacht een omzetdaling.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Steeds moeilijker om bouwpersoneel te vinden” (Donderdag 4 juli 2019, 06:01), NOS