buffetjuffrouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord buffetjuffrouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord buffetjuffrouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je buffetjuffrouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord buffetjuffrouw is hier. De definitie van het woord buffetjuffrouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbuffetjuffrouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • buf·fet·juf·frouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buffetjuffrouw buffetjuffrouwen
verkleinwoord

de buffetjuffrouwv

  1. (beroep) horecamedewerkster die vanachter een buffet de gasten bedient
     Hij groette links en rechts zijn kennissen, die ook hier, zoals overal, zijn groet vrolijk beantwoordden en liep door naar het buffet, nam een glaasje wodka met een visje en zei iets tegen het geschminkte Françaisetje, dat met haar lintjes, kantjes en krullen als buffetjuffrouw fungeerde, zodat zelfs dat Fran9aisetje spontaan in de lach schoot.[2]
     De zinnen zijn lange aaneenschakelingen van meditatieve gedachten, associaties en hallucinaties. Een buffetjuffrouw wordt „de godin van de voorbije tijd”, vlinders doen hem aan de doodsstrijd en de vergankelijkheid denken. De vertaalster is er uitstekend in geslaagd die ”stream of consciousness” soepel in het Nederlands om te zetten.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Anna Karenina” op Wikipedia (1877), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028276062
  3. Bronlink geraadpleegd op 22 maart 2022 Weblink bron
    B. A. Jansen-de Graaf
    “Weemoed met een kartelrandje” (8 januari 2004), Reformatorisch Dagblad