buitenseizoen
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord buitenseizoen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord buitenseizoen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je buitenseizoen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord buitenseizoen is hier. De definitie van het woord buitenseizoen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbuitenseizoen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- bui·ten·sei·zoen
- samenstelling van buiten zn en seizoen zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | buitenseizoen | buitenseizoenen |
| verkleinwoord |
het buitenseizoen o
- (sport) deel van het jaar dat men buiten kan sporten
- ▸ Vetter liet de WK indoor schieten om zich helemaal te richten op het buitenseizoen. De verwachtingen zijn hoog. Ook voor Götzis. "Ik ben erg tevreden over hoe we de winter zijn doorgekomen. Ik weet dat ik sterker ben geworden."[1]
- ▸ Atlete Siffan Hassan laat de eerste wedstrijden van het buitenseizoen links liggen vanwege een geïrriteerd dijbeen.[2]
- Het woord buitenseizoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron “Meerkampster Vetter zoekt prikkels in Götzis: sfeer is uniek” (Maandag 21 mei 2018, 08:07), NOS
- ↑ Weblink bron “Dijbeenblessure dwingt Hassan tot late seizoensstart” (Donderdag 5 mei 2016, 15:37), NOS
