celdeur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord celdeur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord celdeur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je celdeur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord celdeur is hier. De definitie van het woord celdeur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanceldeur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de deur van een gevangeniscel
  • cel·deur
enkelvoud meervoud
naamwoord celdeur celdeuren
verkleinwoord celdeurtje celdeurtjes

de celdeurv / m

  1. de stevige goed afsluitbare deur van een gevangeniscel, die meestal ook voorzien is van een luikje
    • Bijzonder aan het Bajes Kwartier (naast de plotselinge spatie en hoofdletter K) is het ambitieuze plan om 98 procent van het materiaal uit de gevangenis opnieuw te gebruiken. Zo moet er een brug komen van oude celdeuren, en worden de tralies verwerkt in balkonhekjes.[2] 
    • De celdeuren komen uit het gewezen Huis van Bewaring aan de Havenstraat. De vloeren zijn in elkaar geschroefd zodat de bouwer die over vijf jaar 'onder de arm kan meenemen'.[3] 
    • Toen hij naar het politiebureau werd gebracht, verzette de man zich flink en trapte hij verschillende keren tegen het raam van de politieauto. Ook beet hij de ene agent en schopte de andere en bespuugde en beledigde hij de politiemensen. Op het politiebureau vernielde de man een celdeur en weigerde hij mee te werken aan een blaastest.[4] 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]