cel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord cel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord cel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je cel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord cel is hier. De definitie van het woord cel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
gevangenis cel
enkelvoud meervoud
naamwoord cel cellen
verkleinwoord celletje celletjes
kloostercel
dierlijke cel
honingraat met cellen
brandstofcel
  • cel
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘klein vertrek’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Afkomstig van het Latijnse cella.

de celv / m

  1. (juridisch), (misdaad) een kleine ruimte waar iemand voor straf moet zitten (in een gevangenis)
    • Gevangenen wonen meestal in kleine cellen. 
     Wellicht geen zelfmoord, corrupte politie, smerige cellen.[2]
  2. (juridisch), (misdaad), (metonymisch) de gevangenis als zodanig
    • Hij moet een jaar de cel in. 
  3. (religie) een kleine ruimte in een klooster
    • In een klooster bevinden zich cellen. 
  4. (biologie) de kleinste eenheid binnen een levend organisme waarin alle genetische informatie vervat zit
    • Iedere levensvorm heeft cellen. 
  5. een zeshoekige opslagplaats in een bijenraat
  6. (techniek) een element van een batterij, een accu of een ander apparaat
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]


cel

  1. aarde


  • cel

cel

  1. genitief meervoud van cela

cel

  1. genitief meervoud van clo

cel

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord celit