cijferwerk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord cijferwerk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord cijferwerk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je cijferwerk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord cijferwerk is hier. De definitie van het woord cijferwerk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancijferwerk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • cij·fer·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord cijferwerk cijferwerken
verkleinwoord

het cijferwerko

  1. werkstuk dat voornamelijk het product is van rekenen
     Het maakt het de Vietnamezen mogelijk het land te verlaten en het biedt hun een nieuw staatsburgerschap aan, dat leidt tot nog meer cijferwerk: tegen het einde van het millennium zijn 60.285 Vietnamezen naar Canada geëmigreerd, 46.711 naar Australië, 458.367 naar de VS, 3998 zijn naar Noorwegen vertrokken.[2]
     FNV-voorzitter Jongerius beschuldigt FNV Bondgenoten ervan dat zij proberen met onaf cijferwerk het pensioenakkoord ter discussie te stellen. De grootste FNV-bond doet aan luchtfietserij door te blijven pleiten voor een eigen plan, vindt Jongerius. Ze zegt dat dat eigen plan een doodlopende weg is.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 februari 2022 Weblink bron “Pensioenconflict binnen FNV loopt op” (21-06-2011), NOS