cijfer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord cijfer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord cijfer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je cijfer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord cijfer is hier. De definitie van het woord cijfer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancijfer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cijfer cijfers
verkleinwoord cijfertje cijfertjes

Zelfstandig naamwoord

het cijfero

  1. teken waarmee aantallen en nummers worden weergegeven
    1. (wiskunde) een enkelvoudig symbool om een telbaar aantal aan te duiden. Bijvoorbeeld 0 en 7 zijn cijfers, maar 19 niet
      • Sudoku is een populair spelletje met cijfers. 
      • Hij praatte niet veel, hij kon goed uit de voeten met cijfers. Vóór de oorlog was hij kassier in een filiaal van de Banque de l'Union parisienne.  
       Ze draaide haar hoofd naar rechts en keek naar de rode, digitale cijfers van de wekkerradio die op het nachtkastje stond.
    2. waardering van een prestatie, in een getal uitgedrukt
      • Wat is je cijfer voor het proefwerk? 
Synoniemen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • in de rode cijfers zitten
verlies maken - schulden hebben
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
cijferen

cijfer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cijferen
    • Ik cijfer. 
  2. gebiedende wijs van cijferen
    • Cijfer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cijferen
    • Cijfer je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen