Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
cijfer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
cijfer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
cijfer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
cijfer is hier. De definitie van het woord
cijfer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
cijfer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het cijfer o
- teken waarmee aantallen en nummers worden weergegeven
- (wiskunde) een enkelvoudig symbool om een telbaar aantal aan te duiden. Bijvoorbeeld 0 en 7 zijn cijfers, maar 19 niet
- Sudoku is een populair spelletje met cijfers.
- Hij praatte niet veel, hij kon goed uit de voeten met cijfers. Vóór de oorlog was hij kassier in een filiaal van de Banque de l'Union parisienne.
- ▸ Ze draaide haar hoofd naar rechts en keek naar de rode, digitale cijfers van de wekkerradio die op het nachtkastje stond.
- waardering van een prestatie, in een getal uitgedrukt
- Wat is je cijfer voor het proefwerk?
-
1. cijfers op een telefoontoestel
-
1. cijfers op de draaischijf van een oud telefoontoestel
-
1. cijfers 3 en 9 op voetbalshirts
-
1. een sudoku met voorgedrukte en ingevulde cijfers
-
Romeinse cijfers op een uurwerk
-
1. het jaartal 1678 in Romeinse cijfers op een gebouw
-
1. cijfers uit verschillende beschavingen
-
2. cijfers van
Albert Einstein bij zijn eindexamen
- in de rode cijfers zitten
verlies maken - schulden hebben
1. een enkelvoudig symbool om een telbaar aantal aan te duiden
waardering van een prestatie
cijfer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cijferen
- gebiedende wijs van cijferen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cijferen
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|