Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
codeerder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
codeerder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
codeerder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
codeerder is hier. De definitie van het woord
codeerder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
codeerder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de codeerder m
- iets of iemand die gegevens omzet in een al dan niet geheime code
- Van der Meulen heeft met zijn programma geprobeerd die bouwstenen zichtbaar te maken. Hij gebruikt daarvoor in eerste instantie de uitleg van Altena zelf. Die vertelt hoe pianist Michael Scheen tijdens het concert optreedt als een soort "mechanische codeerder'. Dat wil zeggen, dat hij met zijn noten muzikale handelingen van anderen kan laten ophouden. Saxofonist Peter van Bergen houdt volgens Altena van "harde, secure klappen en van de grilligheid binnen de afstand van die klappen.' Daarmee roept hij reacties op van de andere musici. [1]
- “Als Sky zijn diensten ook op de Nederlandse markt aanbiedt, zullen we eersten zijn om een officieel dealerschap aan te vragen”, zegt Rövekamp, directeur van Sales Midden-Holland (SMH) in Schoonhoven, een toonaangevend bedrijf in Nederland op het gebied van niet-geautoriseerde satelliet-decodering. Maar Sky lijkt geen gang naar de markt op het Europese vasteland van plan, en dus zal de kleine oorlog tussen codeerders en decodeerders nog wel even voortgaan. [2]
- De twee uur durende documentaire is overgoten met een lobbig Hollywood-sausje (niet verwonderlijk gezien de reputatie van Cameron). Veel added drama komt van twee overlevende bemanningsleden van de Bismarck, een codeerder en een telegrafist, die meereizen op het expeditieschip en geconfronteerd worden met hun oude werkruimtes. [3]
90 % |
van de Nederlanders;
|
91 % |
van de Vlamingen.[4]
|