collectiviteit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord collectiviteit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord collectiviteit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je collectiviteit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord collectiviteit is hier. De definitie van het woord collectiviteit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancollectiviteit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
een collectiviteit
  • col·lec·ti·vi·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord collectiviteit collectiviteiten
verkleinwoord

de collectiviteitv

  1. een groep die dusdanig groot is, dat niet alle leden interactie met elkaar hebben, maar waarbij nog wel sprake is van gedeelde waarden, doelen en saamhorigheid
    • Verfrissend om die Beginselen nog eens na te lezen, nu de media her en der onder vuur liggen als volksvijand. Ze ademen een andere geest dan samen oplopen met de gepolariseerde tijdgeest van de jaren 70. Uitgangspunt is „de vrije ontplooiing” van de „individuele mens”. Daar komt bij: „Ons wantrouwen in beginsel iedere collectiviteit, hetzij staat, partij of voetbalclub”. Een fusie tussen Rotterdamse en Amsterdamse kranten mag natuurlijk ook niet stuklopen op Ajax-Feyenoord. Maar het punt is: zulk wantrouwen geldt óók de reëel bestaande NAVO.[2] 
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Sjoerd de Jong 11 maart 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be