convenabel

• Geluid:  convenabel    (hulp, bestand)

• con·ve·na·bel

• uit het Frans

convenabel

1. passend bij de omstandigheden en de mogelijkheden

   • ‘Het gaat eigenlijk om één individuele rechter die eigenlijk zegt: “Sie schaffen das nicht”, en dus moet België het maar oplossen’, legt staatssecretaris Theo Francken uit. ‘Er mag een beetje meer clementie zijn vanuit de rechterlijke macht voor een land als Duitsland, dat heel veel moeite heeft gedaan en doet om vluchtelingen op een convenabele manier op te vangen.’ ^[1] 
   • Er is nog iets anders wat we dringend moeten doen, en dat is onze verhouding met Amerika herzien. Ik krijg de indruk dat veel ontwikkelde mensen heimelijk in hun nopjes zijn met Bush junior. In mijn kring, dezelfde kring die Sharon zo enthousiast verafschuwt, luidt de opinion chic dat deze president een moreel luchtledig is – heel convenabel, het rechtvaardigt al onze door afgunst bij eigenliefde verwekte clichés over zijn land. Dit is een enerzijds – het anderzijds is onze maar aanslepende flirtation met New York (ik zeg New York, maar ik bedoel alles daarginds waar we jaloers op zijn). ^[2] 
   • Volgens zijn eigen zeggen in Alfabet (1997/'98, vertaling van Gerard Rasch uit 2002) was zijn levensloop een van de wonderlijkste waarop hij zelf ooit was gestuit, al bezat zijn biografie dan ook niet `de duidelijkheid van een moraliteit, zoals die van Joseph Brodsky' die zich in een sovchoz nabij de Poolcirkel richting Nobelprijs ploeterde, waartoe hij heel convenabel het land uit zou worden gezet. ^[3] 

• passend, aangepast, correct. opportuun, voegzaam, betamelijk, juist, adequaat, netjes, welvoegelijk

• Het woord convenabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "convenabel" herkend door: