Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
daagde uit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
daagde uit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
daagde uit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
daagde uit is hier. De definitie van het woord
daagde uit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
daagde uit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
daagde uit
- enkelvoud verleden tijd van uitdagen
- Ik daagde uit.
- Jij daagde uit.
- Hij, zij, het daagde uit.
- ▸ Hij keek de man van toi nu recht aan. Daagde hem met zijn blik uit om een weerwoord te geven.[1]