daagde uit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord daagde uit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord daagde uit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je daagde uit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord daagde uit is hier. De definitie van het woord daagde uit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandaagde uit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • daag·de uit
vervoeging van
uitdagen

daagde uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitdagen
    • Ik daagde uit. 
    • Jij daagde uit. 
    • Hij, zij, het daagde uit. 
     Hij keek de man van toi nu recht aan. Daagde hem met zijn blik uit om een weerwoord te geven.[1]