diamantbewerker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord diamantbewerker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord diamantbewerker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je diamantbewerker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord diamantbewerker is hier. De definitie van het woord diamantbewerker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandiamantbewerker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

diamantbewerker
Uitspraak
Woordafbreking
  • di·a·mant·be·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diamantbewerker diamantbewerkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de diamantbewerkerm

  1. (beroep) persoon die ruwe diamanten zo bewerkt dat ze in sieraden kunnen worden gebruikt
     Ik woon in een klein huisje. Ik was vroeger diamantbewerker. Het is goed zo. Geen groter huis of grote auto. Misschien koop ik een nieuwe fiets. Ik fiets heel graag.
     Ook komen interessante cultuurhistorische aspecten die te maken hebben met diamant aan bod. Zoals de geschiedenis van de Nederlandse diamantbewerkers en hoe deze beroepsgroep zich organiseerde.
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 december 2021 Weblink bron
    Ton Voermans
    “Duif van 1,3 miljoen euro heeft eigen bewakers” (14-11-2020), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 2 december 2021 Weblink bron “Schatkamer Museon geplunderd” (2 december 2002), Reformatorisch Dagblad