doe-het-zelfkassa

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord doe-het-zelfkassa. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord doe-het-zelfkassa, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je doe-het-zelfkassa in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord doe-het-zelfkassa is hier. De definitie van het woord doe-het-zelfkassa zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandoe-het-zelfkassa, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • doe-het-zelf·kas·sa
enkelvoud meervoud
naamwoord doe-het-zelfkassa doe-het-zelfkassa's
verkleinwoord

de doe-het-zelfkassav / m

  1. (economie) plaats waar een klant zonder hulp van personeel kan afrekenen
     Shoppen in de supermarkt is niet fijn. Aanschuiven aan de kassa is dat zéker niet. Aan de andere kant, wie het dagelijkse geklooi aan de doe-het-zelfkassa ziet, die begrijpt: dit is het óók niet. Het bespaart je een beetje tijd, soms – tot het fout loopt.[1]


  1. Bronlink Weblink bron “De winkel zonder kassa (of kassier)” (27 JANUARI 2018), De Standaard