doodleuk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord doodleuk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord doodleuk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je doodleuk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord doodleuk is hier. De definitie van het woord doodleuk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandoodleuk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • dood·leuk

doodleuk

  1. (verouderd) koud noch warm [2]
  2. (verouderd) droogkomisch [3]

doodleuk

  1. alsof het normaal is (terwijl het dat helemaal niet is)
    • Hij kwam doodleuk met zijn modderlaarzen het nieuwe tapijt opgelopen. 

 Haar fles cannabisolie stond doodleuk tussen de mayo en de eieren in de ijskast.[4]

  1. onschuldig lijkend, zich onschuldig voordoend
  2. (verouderd) onbewogen [5]
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[6]
  1. "doodleuk" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. C.R.C. Heckenrath
    "ni chaud ni froid", J.B. Wolters te Groningen in: Fransch woordenboek, deel 2: Nederlandsch-Frans (1912 ), p. 118
  3. C.R.C. Heckenrath
    "de pince-sans-rire", J.B. Wolters te Groningen in: Fransch woordenboek, deel 2: Nederlandsch-Frans (1912 ), p. 118
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. C.R.C. Heckenrath
    "sans s'emouvoir", J.B. Wolters te Groningen in: Fransch woordenboek, deel 2: Nederlandsch-Frans (1912 ), p. 118
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be