dorpel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dorpel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dorpel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dorpel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dorpel is hier. De definitie van het woord dorpel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandorpel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
3=boven-, 4=tussen, 5=onderdorpel
  • dor·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpel dorpels
verkleinwoord dorpeltje dorpeltjes

de dorpelm

  1. (bouwkunde) het horizontale gedeelte van een kozijn tussen de verticale stijlen
    • De houten dorpel was helemaal verrot als gevolg van slecht onderhoud. 
  2. (Limburg) verkeersdrempel
    • Hij vloog met zijn wagen hard over de dorpel heen. 
85 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
naamwoord dorpel dorpels
verkleinwoord

dorpel

  1. (bouwkunde) drempel; verhoging bij deur


dorpel m [1]

  1. dorpel, drempel
  2. grens, landpaal
  • Ten roert doere noch durpel.
Het raakt kant noch wal.


enkelvoud meervoud
naamwoord dorpel dorpels
verkleinwoord

dorpel

  1. (bouwkunde) drempel; verhoging bij deur