dorpsgenoot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dorpsgenoot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dorpsgenoot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dorpsgenoot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dorpsgenoot is hier. De definitie van het woord dorpsgenoot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandorpsgenoot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • dorps·ge·noot
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpsgenoot dorpsgenoten
verkleinwoord dorpsgenootje dorpsgenootjes

de dorpsgenootm

  1. bewoner van hetzelfde dorp waar je zelf woont
    • Frantz begint kort na de Eerste Wereldoorlog. In een Duits dorp zien we hoe Anna (Beer) nagefloten worden door enkele dorpsgenoten'Vetgedrukte tekst': zij is in het zwart gekleed, na een bezoek aan het graf van haar verloofde Frantz, de mannen die haar het hof maken zijn verminkt door de oorlog. Ozon laat zijn zwart-witfilm traag op gang komen, de bitterheid en de shock van de oorlog zijn nog duidelijk voelbaar in dit Duitse provinciedorp. [2] 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Sabeth Snijders 30 november 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be