driehonderdenachtentachtig

0	3	8	8

driehonderdenachtentachtig,
op een abacus

• Geluid:  driehonderdenachtentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈɑxtənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)

• drie·hon·derd·en·acht·en·tach·tig

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  achtentachtig ht 

driehonderdenachtentachtig

1. "388", langere vorm van driehonderdachtentachtig, driehonderd plus achtentachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdenachtentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenachtentachtig. 

• driehonderdachtentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenachtentachtig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• driehonderdenachtentachtigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenachtentachtig" ht als linkerdeel

• driehonderdenachtentachtigduizend

• Het woord 'driehonderdenachtentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.