driehonderdenachtenzestig

0	3	6	8

driehonderdenachtenzestig,
op een abacus

• Geluid:  driehonderdenachtenzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈɑxtənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)

• drie·hon·derd·en·acht·en·zes·tig

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  achtenzestig ht 

driehonderdenachtenzestig

1. "368", langere vorm van driehonderdachtenzestig, driehonderd plus achtenzestig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdenachtenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenachtenzestig. 

• driehonderdachtenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenachtenzestig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• driehonderdenachtenzestigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenachtenzestig" ht als linkerdeel

• driehonderdenachtenzestigduizend

• Het woord 'driehonderdenachtenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.