driehonderdeneenentachtig

0	3	8	1

driehonderdeneenentachtig,
op een abacus

• Geluid:  driehonderdeneenentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈenənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)

• drie·hon·derd·en·een·en·tach·tig

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  eenentachtig ht 

driehonderdeneenentachtig

1. "381", langere vorm van driehonderdeenentachtig, driehonderd plus eenentachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdeneenentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdeneenentachtig. 

• driehonderdeenentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdeneenentachtig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• driehonderdeneenentachtigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdeneenentachtig" ht als linkerdeel

• driehonderdeneenentachtigduizend

• Het woord 'driehonderdeneenentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.