driehonderdenvierendertig

0	3	3	4

driehonderdenvierendertig,
op een abacus

• Geluid:  driehonderdenvierendertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈvirənˌdɛrtəx / (8 lettergrepen)

• drie·hon·derd·en·vier·en·der·tig

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  vierendertig ht 

driehonderdenvierendertig

1. "334", langere vorm van driehonderdvierendertig, driehonderd plus vierendertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdenvierendertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenvierendertig. 

• driehonderdvierendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenvierendertig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• driehonderdenvierendertigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenvierendertig" ht als linkerdeel

• driehonderdenvierendertigduizend

• Het woord 'driehonderdenvierendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.