driehonderdenvierentachtig

0	3	8	4

driehonderdenvierentachtig,
op een abacus

• Geluid:  driehonderdenvierentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈvirənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)

• drie·hon·derd·en·vier·en·tach·tig

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  vierentachtig ht 

driehonderdenvierentachtig

1. "384", langere vorm van driehonderdvierentachtig, driehonderd plus vierentachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdenvierentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenvierentachtig. 

• driehonderdvierentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenvierentachtig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• driehonderdenvierentachtigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenvierentachtig" ht als linkerdeel

• driehonderdenvierentachtigduizend

• Het woord 'driehonderdenvierentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.