drom

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord drom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord drom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je drom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord drom is hier. De definitie van het woord drom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandrom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • drom
  • In de betekenis van ‘menigte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1637 [1]
vervoeging van
drommen

drom

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drommen
    • Ik drom. 
  2. gebiedende wijs van drommen
    • Drom! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drommen
    • Drom je? 
enkelvoud meervoud
naamwoord drom drommen
verkleinwoord
drommen mensen

de dromm

  1. een grote groep dringende mensen
    • Direct na de opening plaatste marketingdirecteur Bohemen foto’s op zijn Twitter-account waarop drommen klanten over een oranje loper de winkel binnengaan, door een haag van oranje confetti. Maar enkele uren later is er in de „eerste Nieuwste Blokker” – de eerste Blokker volgens het vernieuwde concept – geen reuring meer te bekennen.[2] 
63 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[3]