druilig
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord druilig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord druilig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je druilig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord druilig is hier. De definitie van het woord druilig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandruilig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- drui·lig
- Naamwoord van handeling van druilen met het achtervoegsel -ig
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | druilig | druiliger | druiligst |
| verbogen | druilige | druiligere | druiligste |
| partitief | druiligs | druiligers | - |
druilig [1]
- van personen: lusteloos, stil, somber
- ▸ Een druilige zondagavond am Kehrweg. Er zijn leukere locaties om het nieuwe voetbaljaar op gang te trappen. Tenzij je natuurlijk al na 2 minuten voorsprong klimt.[2]
- van het weer: stil en somber
- Het woord druilig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Diederik Geypen“Antwerp pakt meteen de koppositie na klinkende zege in Eupen” (28/07/2019), De Standaard
