dubbelheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dubbelheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dubbelheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dubbelheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dubbelheid is hier. De definitie van het woord dubbelheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandubbelheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • dub·bel·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbelheid dubbelheden
verkleinwoord

de dubbelheidv

  1. het twee (tegengestelde) dingen tegelijk zijn of willen
     Meteen nadat ik, vloekend tegen het felle licht, de gordijnen open had geschoven, kwam die dubbele gestalte van Mirjam binnen: de moeder van mijn kind, en de van haar kind beroofde moeder. Het ene oog dichtknijpen tegen deze dubbelheid verhielp niets.[2]
     In de gesprekken die Van Heest voert met haar patiënten, komt sterk naar voren dat gevoelens over de dood vaak niet zo duidelijk zijn. "Mensen die heel ziek zijn, hangen juist aan het leven." Die dubbelheid ervaart de huisarts doorlopend bij haar patiënten.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 maart 2022 Weblink bron “Laatste levensfase: de huisarts” (28-05-2013), NOS