dufheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dufheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dufheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dufheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dufheid is hier. De definitie van het woord dufheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandufheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • duf·heid
  • afgeleid van duf met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord dufheid -
verkleinwoord - -

de dufheidv

  1. een gevoel waarbij men zich futloos of uitgedoofd voelt
    • Die vrouw heeft last van dufheid omdat ze weinig slaapt. 
98 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be