eentje

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord eentje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord eentje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je eentje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord eentje is hier. De definitie van het woord eentje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneentje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • een·tje

het eentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord één
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord een
    • Ik heb veel gelezen over de Hummer maar ik heb er nog nooit eentje gezien. 
  3. in je eentje: alleen zonder dat er andere mensen bij zijn
    • De eigenwijze man deed alles in zijn eentje. 
    • Als je op reis veel contact wil maken met de locals kun je beter in je eentje op vakantie gaan. 
     Die nacht was het volle maan, zó fel dat ik bijna een krant zou kunnen lezen. Hier ging ik vanavond slapen, helemaal in mijn eentje.[1]
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be