elkaars

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord elkaars. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord elkaars, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je elkaars in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord elkaars is hier. De definitie van het woord elkaars zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanelkaars, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • el·kaars
nominatief genitief
elkaar elkaars

elkaars

  1. genitief van elkaar
    • We maken de schoenen van elkaar schoon. => We maken elkaars schoenen schoon. 
     Gebroederlijk pakten we elkaars handen vast en liepen de trap op van de enige winkel van het dorp, die ook dienst deed als centrale hangplek voor alle hikers.[1]
96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be