Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
expressie. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
expressie, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
expressie in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
expressie is hier. De definitie van het woord
expressie zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
expressie, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitdrukking’ voor het eerst aangetroffen in 1680 [1]
- Naamwoord van handeling van expresseren met het achtervoegsel -ie
- afgeleid van het Franse expression of daarvoor van het Latijnse 'expressiō' (met het voorvoegsel ex- en met het achtervoegsel -io)
de expressie v
- uitdrukking van het gezicht
- Maar vervolgens maakt Perceval een reeks discutabele keuzes, die het de toeschouwer verre van gemakkelijk maken. Zo is de hele voorstelling gekmakend schaars belicht. Oogopslag, expressie, mimiek van de spelers: onzichtbaar. Ze staan ook steevast met hun gezichten van ons afgewend, ongetwijfeld om hun raadselachtige, vaak tweeslachtige karakter te benadrukken. Soms dwingt dat even een hoge mate van concentratie en een soort verscherpte waarneming af, en dat is knap. [2]
- (taalkunde) uitdrukking van de taal, gezegde
- gevoelsuitdrukking
- Goslings personage is gemodelleerd naar Alain Delon in Le samouraï. Beiden zijn stoïcijnse professionals die zwijgend, onthecht en zonder enige expressie hun werk doen in het criminele circuit. [3]
- zichtbaar maken van een levensstijl
- ▸ Bijna vijftig jaar later zijn er opmerkelijk veel mensen die dat gevoel van toen willen beleven en als urban hippies naar muziekfestivals gaan. Het Burning Man-festival in Nevada is de ultieme expressie hiervan en het komt aardig in de buurt van de echte hippielevensstijl van destijds.[4]
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[5]
|