Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
familiesport. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
familiesport, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
familiesport in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
familiesport is hier. De definitie van het woord
familiesport zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
familiesport, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de familiesport v / m
- (sport) sport waaraan meerdere leden van een gezin of familie deelnemen of hebben deelgenomen
- ▸ Familiesport: Dat Van Roekel bij DVO zou gaan korfballen is niet meer dan logisch. "Mijn oudste broer was nogal druk, daarom deden mijn ouders hem op korfbal. Dat leek ze wel een rustige sport. Daarna volgden ook mijn andere broer en zus. Als jongste telg in het gezin ben ik ook bij DVO gaan spelen."[1]
- ▸ Vader Rafael staat voor beiden als mechanieker in de materiaalpost. Ramona is zoals gebruikelijk soigneur, verzorgster en grootste supporter. Veldrijden is een echte familiesport bij de Alvarado's.[2]
- (sport) sport die geschikt is voor alle leeftijden
- ▸ De olympische droom van de curlingmannen is opmerkelijk. Nederland heeft bepaald geen curlingcultuur in tegenstelling tot bijvoorbeeld Canada, het land waaruit bondscoach Shari Leibrandt afkomstig is. “Daar is het echt een familiesport. Iedereen doet het, van 8 tot 80. Bijna elke stad, hoe klein ook, heeft een curlingbaan, naast de ijshockeybaan. Het is een sportcultuur."[3]