flambeeuw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord flambeeuw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord flambeeuw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je flambeeuw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord flambeeuw is hier. De definitie van het woord flambeeuw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanflambeeuw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

1. Optocht waarin brandende flambeeuwen worden meegedragen.
Uitspraak
Woordafbreking
  • flam·beeuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flambeeuw flambeeuwen
verkleinwoord flambeeuwtje flambeeuwtjes

Zelfstandig naamwoord

de flambeeuwv / m

  1. (verouderd) staak met aan één uiteinde brandbaar materiaal dat wordt aangestoken om als lichtbron te dienen
    Oorspronkelijk zat aan het uiteinde een takkenbundel, later werd dit vervangen door een kaars in een lantaarn
    • Beide stapten op het feest van ‘St Catlyne’ met een flambeeuw in de hand in de maandelijkse processie op St Gillis ter ere van de Allerheiligste Drievuldigheid tot stichting van de gelovigen en van de weldoeners van de confrerie. 
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

7 % van de Nederlanders;
15 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen