gebeier

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gebeier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gebeier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gebeier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gebeier is hier. De definitie van het woord gebeier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangebeier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·bei·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gebeier
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gebeiero

  1. het aanhoudend luiden van (kerk)klokken; aanhoudend klokkenspel
    • „We moeten dat schandaal aan de grote klok hangen”, lichtte voorzitter Michael Landau het initiatief toe. Het gebeier moest de tot dusver afzijdige Oostenrijkers wakker schudden en degenen die al begaan zijn met de ellende in Afrika aanmoedigen daarmee door te gaan. 
    • Om vijf voor vier begonnen de klokken van de Jacobuskerk te luiden. Hinderlijk voor het duo, maar niet onoverkomelijk. Dan praat je toch gewoon wat harder? Ze hadden er geen idee van dat het gebeier misschien wel iets betekende. Een voorbode was van iets bijzonders. Zoals de er op volgende minuut stilte. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 28-07-2017 Oostenrijkse kerkklokken beieren tegen honger
  2. Tubantia 24-07-14 Minuutje stilte te veel gevraagd
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be