Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
gebeier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
gebeier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
gebeier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
gebeier is hier. De definitie van het woord
gebeier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
gebeier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het gebeier o
- het aanhoudend luiden van (kerk)klokken; aanhoudend klokkenspel
- „We moeten dat schandaal aan de grote klok hangen”, lichtte voorzitter Michael Landau het initiatief toe. Het gebeier moest de tot dusver afzijdige Oostenrijkers wakker schudden en degenen die al begaan zijn met de ellende in Afrika aanmoedigen daarmee door te gaan.
- Om vijf voor vier begonnen de klokken van de Jacobuskerk te luiden. Hinderlijk voor het duo, maar niet onoverkomelijk. Dan praat je toch gewoon wat harder? Ze hadden er geen idee van dat het gebeier misschien wel iets betekende. Een voorbode was van iets bijzonders. Zoals de er op volgende minuut stilte.
68 % |
van de Nederlanders;
|
40 % |
van de Vlamingen.
|