geboortig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geboortig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geboortig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geboortig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geboortig is hier. De definitie van het woord geboortig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeboortig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • ge·boor·tig
stellend
onverbogen geboortig
verbogen geboortige
partitief geboortigs

geboortig [2]

  1. van geboorte afkomstig uit; van geboorte afkomstig van
     Plaats van handeling: Theaterhotel, Almelo. Preluderend op het wintercircus tovert ene meneer Batak, geboortig van de Zanderij in Suriname - een modieuze betweter, kasteelheertype, alias O. Bommel - een tweetal maquettes van het centrum en het waterrijk.[3]
     Uit het overzicht blijkt dat De Lavoir zich een rasechte Zeeuws-Vlaming mag noemen, al doet zijn naam Frans aan. „Zijn voorgeslacht was zonder uitzondering geboortig van dorpen in Zeeuws-Vlaanderen”, meldt de kwartierstaat.[4]
31 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[5]
  1. geboortig op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron “Paul Bults: 'Ik heb iets met kleinschaligheid'” (07-01-2008), Tubantia
  4. Bronlink Weblink bron “Oudste man krijgt voorouders cadeau” (25-07-2005), Reformatorisch Dagblad
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be