geloop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geloop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geloop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geloop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geloop is hier. De definitie van het woord geloop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeloop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·loop
enkelvoud meervoud
naamwoord geloop
verkleinwoord

het geloopo

  1. het aanhoudend en onrustig lopen
    • De liefde voor mieren heet formicofilie. Het geloop van mieren of andere insecten over gevoelige lichaamsdelen veroorzaakt bij sommige mensen opwinding.[2] 
    • Hele dag heen en weer geloop, vanaf 23 uur muziek (zware bas), 23:30 uur aangebeld, drie Duitstalige jongens in zware wietdamp aangetroffen.[3] 
87 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC 6 juni 2015
  3. NRC Mirjam Remie 28 augustus 2016
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be