geneuzel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geneuzel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geneuzel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geneuzel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geneuzel is hier. De definitie van het woord geneuzel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeneuzel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·neu·zel
enkelvoud meervoud
naamwoord geneuzel
verkleinwoord

het geneuzelo

  1. het aanhoudend zaniken, zeuren en neuzelen
    • Ik heb een van haar boeken, uitgebracht in de BBC-reeks, gevonden in de kringloop en was na een bladzijde al enthousiast. Geen geneuzel van starlets maar een van de grootste en belangrijkste en lekkerste keukens ter wereld binnen handbereik.[2] 
    • En daarnaast gaat VI allang niet meer alleen over de sport maar wordt er van alles besproken in een directe, soms confronterende, humoristische en ja, dat is wennen, cynische, maar wel oprechte sfeer. Net zoals in de kleedkamer van een willekeurige voetbalclub of, voor mijn part, sociëteit van de Rotary. Hou toch eens op met dat politiek correcte geneuzel en zeg gewoon waar het op staat.[3] 
98 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[4]