Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
gereis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
gereis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
gereis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
gereis is hier. De definitie van het woord
gereis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
gereis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het gereis o
- het voortdurend reizen
- ,,Mensen zien alleen de mooie dingen. Maar dat zijn alleen die tussenmomenten. Even een fotootje op social media posten, maar dan ga je meteen weer naar je hotelkamer om te slapen. Want je bent negen van de tien keer best wel uitgeput van het gereis. [2]
- Voorstanders van één zetel (in Brussel) willen de aanstaande verhuizing van twee Europese agentschappen, het medicijn-agentschap en de bankenautoriteit, benutten om aan hun tijd en geld verslindende heen en weer gereis tussen Brussel en Straatsburg een eind te maken. [3]
- Van de week kwamen de Europese staatshoofden en regeringsleiders in Brussel bijeen om zich te buigen over het migratievraagstuk. Daar slaagden ze er in een politiek akkoord te bereiken op een aantal punten, maar niet over het tegengaan van het gereis van asielzoekers door Europa. Zondag bespreken Seehofer en Merkel de resultaten van de Europese top. [4]
85 % |
van de Nederlanders;
|
75 % |
van de Vlamingen.[5]
|