gestook

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gestook. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gestook, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gestook in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gestook is hier. De definitie van het woord gestook zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangestook, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·stook
enkelvoud meervoud
naamwoord gestook
verkleinwoord

het gestooko

  1. het maken en onderhouden van een vuur
  2. (figuurlijk) het zorgen voor het oplaaien van een conflict
    • Dit is zijn andere kant, geen gefok en geen gestook. Vissen is zijn overgave aan Het Grote Nietsdoen. Zo veel mogelijk vangen, dat vinden mannen blijkbaar altijd een uitdaging. Het water is bruin, materiaalman Arnold heeft deze plek geadviseerd. "Normaal ga ik ergens anders zitten." [2] 
    • De spiegel die hij Europa voorhoudt, toont een genadeloos beeld. Europa valt uiteen, ondermijnd door eigen falen en gestook van buitenaf, vooral door Rusland. "Europa is steeds minder democratisch, stagneert economisch, wordt door extremisten van allerlei slag bedreigd en daalt langzaam maar zeker af op het eens ondenkbare pad dat naar oorlog leidt", aldus de Amerikaanse journalist James Kirchick. [3] 
94 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia M. Rothe 8 oktober 2010 BLOG: Hengelen
  3. Tubantia H. van Zon 30 maart 2017 'Europa, word wakker of ga ten onder'
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be