Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
getier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
getier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
getier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
getier is hier. De definitie van het woord
getier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
getier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het getier o
- (pejoratief) veel lawaai maken omdat iemand boos is
- In 2020 zal de bevolking van Rotterdam niet langer in meerderheid een Nederlandse herkomst hebben. In Zuidwijk is dat punt al gepasseerd. En de bevolking weet het. De witte mensen die we spreken, zeggen dat ze zich „een minderheid” voelen, dat ze „worden overwoekerd”. De niet-witte mensen zeggen dat ze zich aan Wilders’ getier niks gelegen laten liggen: „Wij zijn toch in de meerderheid.” [2]
82 % |
van de Nederlanders;
|
86 % |
van de Vlamingen.[3]
|