getier

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord getier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord getier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je getier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord getier is hier. De definitie van het woord getier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangetier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·tier
enkelvoud meervoud
naamwoord getier
verkleinwoord

het getiero

  1. (pejoratief) veel lawaai maken omdat iemand boos is
    • In 2020 zal de bevolking van Rotterdam niet langer in meerderheid een Nederlandse herkomst hebben. In Zuidwijk is dat punt al gepasseerd. En de bevolking weet het. De witte mensen die we spreken, zeggen dat ze zich „een minderheid” voelen, dat ze „worden overwoekerd”. De niet-witte mensen zeggen dat ze zich aan Wilders’ getier niks gelegen laten liggen: „Wij zijn toch in de meerderheid.” [2] 
82 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Bas BlokkerJutta Chorus 25 november 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be