gezinsbedrijf

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gezinsbedrijf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gezinsbedrijf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gezinsbedrijf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gezinsbedrijf is hier. De definitie van het woord gezinsbedrijf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangezinsbedrijf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·zins·be·drijf
enkelvoud meervoud
naamwoord gezinsbedrijf gezinsbedrijven
verkleinwoord gezinsbedrijfje gezinsbedrijfjes

het gezinsbedrijfo

  1. bedrijf waarin de leden van een gezin werken; bedrijf dat eigendom is van de leden van een gezin
     Het nieuwe kabinet wil de veestapel inkrimpen en het landbouwbeleid minder richten op inkomensondersteuning, maar meer op innovatie, duurzaamheid, voedselzekerheid en voedselveiligheid. Vooral het aangekondigde bedrijfsovernamefonds, waaruit jonge boeren worden ondersteund om de overname van het gezinsbedrijf en investeringen in innovatie te financieren, stemt Arfman positief.[2]
     Dertig jaar geleden gingen ze op het platteland wonen. In Liessel om precies te zijn, een kern in de Brabantse gemeente Deurne. De boerderij even verderop was toen nog wat je je bij een klassieke boerderij voorstelt: een gezinsbedrijf met koeien in de wei en enkele varkens.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “Ambitieuze klimaatplannen Rutte III kunnen niet rekenen op veel enthousiasme” (Vrijdag 3 november 2017, 14:25), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “De stank van 8000 varkens: bij oostenwind vlug naar binnen” (Zaterdag 10 juni 2017, 18:29), NOS