familiebedrijf

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord familiebedrijf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord familiebedrijf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je familiebedrijf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord familiebedrijf is hier. De definitie van het woord familiebedrijf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfamiliebedrijf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • fa·mi·lie·be·drijf
enkelvoud meervoud
naamwoord familiebedrijf familiebedrijven
verkleinwoord familiebedrijfje familiebedrijfjes

het familiebedrijfo

  1. (economie) een bedrijf dat eigendom is van familieleden waarin vooral familieleden werken, of dat wordt overgeërfd in de familie
     Dat gold in gelijke mate voor allebei hun zonen. In werkelijkheid was het natuurlijk niet helemaal in gelijke mate, dat besefte hij heel goed. Het was een aanzienlijk verschil om zoals zijn zoon Karl uit de oorlog te komen als kapitein van de marinereservisten met een diploma van de Handelshogeschool en verzekerd te zijn van werk in het familiebedrijf of zoals haar zoon Hjalmar een afgedankte sergeant te zijn zonder verdere opleiding. Maar in principe was het hetzelfde, aan klassenverschillen kon je niet veel doen.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142