gezinshoofd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gezinshoofd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gezinshoofd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gezinshoofd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gezinshoofd is hier. De definitie van het woord gezinshoofd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangezinshoofd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het gezinshoofd viert zijn 75ste verjaardag
  • ge·zins·hoofd
enkelvoud meervoud
naamwoord gezinshoofd gezinshoofden
verkleinwoord gezinshoofdje gezinshoofdjes

het gezinshoofdo

  1. het hoofd van een gezin
    • Terugbladerend vanaf de ondergang van Nicolaas II, beland je bij diens vader Alexander III (de Kolos), die in 1881, na de moord op zíjn vader, de liberale Alexander II, met harde hand regeerde. Ook hij is een trouwe echtgenoot en een liefhebbend gezinshoofd, maar Sebag Montefiore maakt hem ronduit belachelijk door hem in zijn vrije tijd als een ongeremde drinkeboer neer te zetten, die uit een geheime ruimte in zijn laarzen stiekem cognac drinkt. Bezopen op de grond liggend, probeert de tsaar met zijn armen en benen zwaaiend passerende hovelingen pootje te lichten.[2] 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Michel Krielaars 4 augustus 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be