gezwaai
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gezwaai. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gezwaai, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gezwaai in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gezwaai is hier. De definitie van het woord gezwaai zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangezwaai, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- ge·zwaai
- Naamwoord van handeling van zwaaien met het voorvoegsel ge-[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | gezwaai | |
| verkleinwoord |
het gezwaai o
- het telkens of aanhoudend zwaaien met handen of armen
- Het is een ellendig gevoel als je mensen die je na staan niet kunt helpen. Je ziet hoe je broer te gronde gaat, je vriend vereenzaamt, je vriendin grote verliezen te verwerken krijgt – en al die dingen lijken soms zo groot en zwaar dat de wereld erbij verbleekt. In de wereld weet je wel hoe het moet! Maar hier sta je machteloos. Misschien droomt ieder van zichzelf wel dat hij of zij heel geschikt zou zijn als fee. Degene die het met wat gezwaai van een toverstokje voor anderen allemaal goed zou kunnen regelen. [2]
- Het woord gezwaai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gezwaai" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Marjoleine de Vos 30 november 2015
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
